Je zou denken dat je niet hoeft te lezen hoe het is als je ergens een knobbeltje hebt waarmee je naar de dokter gaat en als het dan geen vals alarm is. Hoe bemoedigend is het om mee te beleven dat de wereld niet in hoeft te storten maar verandert van toon en kleur. De Vos beschrijft hoe ze terug gaat kijken naar wat er was, hoe prettig of onprettig dat was, hoe dat nu voor haar is maar ook hoe snel dat is gegaan. Het lijkt of haar zintuigen scherper worden, waar ze naar kijkt ziet ze, wat ze hoort krijgt een diepere klank, zo komt de titel ‘zo hevig in leven’ tot uitdrukking.
Het gaat zo schrijft ze ‘om een andere houding, een waarin niet steeds nut en noodzaak in het middelpunt staan en wij mensen aan de top van alles, maar waarin je je onderdeel voelt van een groter geheel, niet belangrijker of onbelangrijker, al is iedereen het middelpunt van zijn eigen wereld, logischerwijs’.
‘Ach die geest van ons’, schrijft ze, ‘soms wilde je wel zonder dat gedenk. Gewoon er zijn, al weet je vaak niet wat dat betekent, maar als je de lage zon tegemoet loopt weet je het wel. Nee, dan is het zo’.
Ze heeft het over hoe het tussen jou en je omgeving kan zijn als je ziek blijkt te zijn, gefantaseerde inleving noemt de het. Je fantaseert een gevoel schrijft dat aan een ander toe en reageert daar vervolgens op. Zij vinden het erger voor jou dat jij ziek bent dan jijzelf, dan moet jij troosten terwijl jij getroost had moeten worden.
Mensen moeten hun eigen leed dragen, als je daarvan doordrongen bent kan je dat en kan je hun leed ook bij de ander laten.
Zo is dit geen somber boek, maar er een om te lezen en zelf te mijmeren over hoe je je zou kunnen verhouden tot wat onvermijdelijk eens komen gaat.
Dit is de laatste aanrader van Mariëlle, onze oud-vrijwilliger en één van de oprichters van TrösT, die onlangs afscheid nam van TrösT. Ze schreef er vele en dankzij haar kun je op de deze site de boekenlijst met meer dan duizend titels over rouw vinden. We zijn haar zeer erkentelijk voor al deze (boeken)wijsheid het afgelopen decenium.