“Ik voelde mij net een hoofd op stokjes”, schrijft Babet te Winkel, Humanistica, lichaamsgericht begeleider bij rouw en natuurlijk niet op de laatste plaats schrijfster. In het boek ‘Zien in het donker, een nieuwe taal voor rouw’ gebruikt ze die nieuwe taal die ze zelf zo zegt nodig te hebben, om het verlies van haar moeder te beschrijven.
“Als ik harder luister, hoor ik haar misschien.”
In korte, behapbare hoofdstukjes wisselt ze af tussen nieuwe definities (“Begroetingsluwte”: De begroetfase van contact over willen slaan, omdat je geen antwoord hebt op de vraag hoe het met je gaat.), anekdotes, psycho-educatie en vertellingen over haar eigen gedachten en gevoelens rondom haar landschap van rouw.
“Rouw bestaat uit wat er ontbreekt: haar bord staat juist níet op het aanrecht.”
Babet snapt dat de oude ‘fasen’ van Kübler Ross en praten over of je ‘het al geaccepteerd hebt’ niet meer van deze tijd zijn. Ze heeft het over een “rouwspectrum”, voor ieder mens uniek.
Dat vind ik, zelf half-wees en vrijwilliger bij TrösT, een heel passend woord voor het eigene en toch het herkenbare wat we vaak horen en vinden in elkaars verhalen over rouw. En daarmee is ‘Zien in het donker’ oprecht de aanrader van de maand. Ik ben dan ook vereerd dat ik op 29 februari met Babet in de Utrechtse Boekenbar samen met jullie in gesprek mag. Je bent van harte welkom. We kijken er naar uit.
Sabijn
Vrijwilliger Stichting TrösT
(Zie voor meer informatie over de gespreksavond met Babet de agenda op deze site)