Op de shortlist van de Booker prijs staan (de prijs voor beste internationale in het Engels vertaalde boek) is bijzonder.
Jente Posthuma lukte het met haar boek ‘Waar ik liever niet aan denk’.
De titel alleen al intrigeert, want waar je liever niet aan denkt dat denk je al. Zo schrijft ze ook met weinig woorden, treffende beelden schetsend, nooit uitweidend. Het is een schrijnend verhaal over het verlies van haar tweelingbroer die zich het leven ontneemt. Ze schrijft over wat was, hoe het was, hoe ze samen waren en uiteindelijk hoe ze dat niet meer waren. Dat doet ze door in korte stukken te vertellen over het verleden, hun jeugd en de verbondenheid tussen hen en dan weer hoe het werd in hun pubertijd en hoe het daarna verder ging. Dat vloeit moeiteloos in elkaar over in mooi, bijna nonchalant taalgebruik, toegankelijk en beeldend. Ze kijkt naar zichzelf, hoe zij zich ontwikkelt en hoe hij verschilt van haar. Waar zij soms beter past in de wereld lijkt die in een latere periode juist beter bij hem te horen. Maar daarnaast zijn ze bijzonder hecht, zoals je vaker bij tweelingen ziet. Als ze uit elkaar groeien en uit elkaar gaan, zelfs ver van elkaar gaan wonen raakt ze een stuk van haar identiteit kwijt. Ze trouwt, maar als ze haar broer verliest raakt dat haar in haar diepste kern en ook de relatie met haar man komt onder druk te staan. Hoe ze dit beschrijft in juist de kleine dagelijkse dingen brengt dat heel dicht bij.
Het boek ontroert maar is nooit zwaar. Ik kan het iedereen aanraden.
Marielle Bedaux