Net zoals Schaduwkind uit 2003 (gedachten en gevoelens vastgelegd die hem overvielen na de plotselinge dood van zijn dochtertje Isa, een baby van een paar weken oud) is dit een autobiografisch boek. Het is een zoeken naar betekenis, begrip en houvast na alles wat hem is overkomen. Juist de ingehouden toon levert schitterende en tegelijk aangrijpende passages op. Een heel persoonlijke zoektocht, die echter ook heel universeel, herkenbaar aanvoelt.
Pas in 2018, het jaar waarin zijn moeder stierf, kon Thomése vrijuit over hen schrijven, bevrijd van de aanwezigheid van de twee mensen met wie hij tijdens hun leven weinig kon. “Maar nu ze dood zijn en derhalve uit de tijd gestapt, kunnen ze weer alle kanten op” staat er in Vaderliefde.
De noodzaak dichter bij zijn vader, overleden in 1979, te komen is voelbaar in dit boek. De familieverhalen die hij reconstrueert, als verloren moet beschouwen of half verzint: ze doen ertoe, ze definiëren ook hem. De schrijver moet er echter vrede mee krijgen dat de inhoud van een paar kartonnen dozen hem niet alle antwoorden kan geven. Het blijven verhalen: “Ik zal er in moeten ronddolen, radend, vermoedend, nooit zeker wetend”. Zo wordt Vaderliefde een groot en onaf verhaal waarin de schrijver haast beschroomd zijn plaats inneemt. Hij stelt ten slotte vast dat hij zelf over niet al te lange tijd voor zijn zoons zal veranderen in een raadselachtig verhaal dat nog even in leven gehouden zal worden, “tot het op een dag onvindbaar is geworden in de onsterfelijke tijd”.
Het eerste verhaal gaat over vaderskant:
Zijn vader vertelde hem vaak verhalen voor het slapen gaan. Maar hoe die verhalen precies waren, weet Thomése niet meer. “Het lag niet aan hem als verteller, maar doordat ik nooit goed geluisterd heb” en ”Mijn vader vertelde in de eerste plaats aan zichzelf zoals een schrijver een lezer nodig heeft om in zijn eigen verbeelding te durven geloven, zich gaandeweg verliezend in de opgeroepen woordenstromen die hem meevoeren naar onbekende diepten”
Thomése realiseert zich dat nu zijn vader overleden is, en al zijn ooms en tantes, de complete tijdlaag van zijn ouders weg is, dat er niemand meer is bij wie hij er naar kan vragen. Het zijn allemaal fantasiefiguren geworden. Thomése schrijft: “Als ik niet oppas is het verleden onachterhaalbaar geworden in de onmetelijke onverschillige vergetelheid. Thomése geeft zichzelf de opdracht om te achterhalen wat deze verhalen waren en daarmee hun betekenis, omdat daarmee hij zichzelf daarmee terug kan vinden.
Het tweede verhaal gaat over moederskant
Over haar vertelt Thomése: “mijn moeder vertelde nooit iets. Lang heb ik gedacht dat ik haar haatte, totdat ik merkte dat ik niet wist wie ik zou moeten haten. Mijn moeder meed emoties als de pest, zeker die van haarzelf, maar ook van die anderen, om over ons, de kinderen, maar te zwijgen”. Zijn zoektocht naar wie zijn moeder was, en hoe ze zo geworden is -angstig en onzeker door haar vader, de oorlog om maar eens wat te noemen-, wordt door Thomése met veel fijnzinnigheid en ook wel verwondering geschetst. En met liefde, en mededogen.
De andere vijf verhalen werpen een licht op de kinderjaren, de jeugd van Thomése en hoe hij met deze twee ouders en hun boodschappen omging: Kortom hoe hij zich binnen deze context ontwikkelde. En inderdaad met deze bijzondere verhalen in dit boek krijgt de schrijver Thomése wortels.
Ik ervaar het boek daarnaast als een oproep aan een ieder: vertel je verhalen!
Het laat onverlet dat er een vruchtbare voedingsbodem is voor deze verhalen door:
-een grote stroom boeken over vader/moeder van bekende schrijvers zoals Maarten t Hart, Tommy Wieringa, Murat Isak, Adriaan van Dis, Marion Bloem, Rob van Essen, Arnon Grunberg.
-De NTR serie Verborgen verleden waarin diverse bekende personen – in 2020 o.a. Theo Maassen Dolf Jansen , Ferry Mingelen, Annechien Steenhuizen- op zoek gaan naar wie hun (al dan niet beroemde) voorouders zijn.
Vaderliefde is een boek om van te genieten, en nogmaals te herlezen!
Renee Lommen