Troostbrenger Astrid

‘De eerste keer dat ik op een beurs moest zeggen: ‘M’n vader is overleden,’ dat was even slikken.’ Astrid stopt met haar werk als uitvaartbegeleider en in die periode begint ze te experimenteren met houtbewerking. Ze komt op het idee samen met mensen die iemand verloren zijn gedenktekens van hout te maken. Haar vader Amel is dan al ziek en gaat langzaam achteruit.

Ze begint met het maken van voorbeelden met haar vader als onderwerp: “Zo heb ik het versje dat hij in mijn poëziealbum had geschreven in zijn handschrift op een plank gebrand en er een handvat van zijn werkbank aan gemaakt. Dat nam ik dan mee naar beurzen en dan was het: ‘Pap, ik neem je mee!’”

Astrids vader was een gesloten man: “In die tijd ging ik gesprekken met hem voeren en vragen stellen; het voelde als nu of nooit.” Het hakte het afscheid in stukjes: “Zo bezig zijn met hem, met zijn handschrift, maakte dat ik me bewust aan het voorbereiden was op het moment dat hij er niet meer zou zijn.”

“Na de uitvaart hebben we zakjes vergeet-me-nietjes en kleine houten hartjes met zijn naam uitgedeeld. Ik kwam er pas eentje tegen en toen dacht ik, ik ga ‘m in m’n zak doen. Ik merk dat ik ‘m continu in m’n hand heb.”

Astrids vader is onlosmakelijk verbonden met haar werk. In haar werkkamer heeft ze hoekjes ingericht met spulletjes die aan hem doen denken.Ze neemt wat ze leerde in het proces van afscheid nemen van hem mee in haar werk. “Ook in de gesprekken,” vertelt ze, “ik kan me beter inleven in verlies en waar je troost uit kan halen. Eerst kende ik de theorie, nu voel ik het.”

Ze vertelt dat ze bezig is een gedenkteken te maken in samenspraak met een moeder voor haar zoontje wiens vader net na zijn geboorte overleden is. Ze laat een boomschijf zien: “Gisteren was ik aan het schuren en dacht ik, voor mij zegt dit…,” ze wrijft over de ribbels die er in zitten, “…dat de start van dit jochie niet glad verlopen is. Dus ik vraag aan zijn moeder: ‘Hoe kijk jij hier naar? Van mij mag dit zo blijven.’ Ze vond het mooi. Dát spreekt mij nou zo aan in dit werk.”

Je vindt Astrid en haar bedrijf Rouwhout via @rouw.hout