Wat doe je als je ongeveer zes jaar oud bent en van je moeder te horen krijgt dat je eigenlijk een deel van een tweeling bent? Het overkomt Jorie Horsthuis (1981), journalist en politicoloog. Joeri reageert in eerste instantie zoals jonge kinderen dat doen: ze is nieuwsgierig en fantaseert erover hoe het zou zijn geweest als haar zusje nog zou hebben geleefd. Gaandeweg merkt zij dat er een taboe heerst in het gezin om over het verlies van haar zusje te praten en uit loyaliteit naar haar ouders toe, doet Joeri er ook het zwijgen toe.
Als Joeri halverwege de dertig is, gaat zij op zoek naar antwoorden op haar vragen rondom het overlijden van haar zusje. De vraag die voor haar boven alle anderen uitsteekt is: kun je iemand missen die je nooit hebt gekend?
Joeri schetst in haar boek een tijdsbeeld waarin er nog maar mondjesmaat adviezen worden gegeven over het belang van afscheid nemen van een doodgeboren kindje en de gevolgen hiervan op het rouwproces. Het boek is geschreven in de periode waarin een petitie wordt aangeboden aan de Tweede Kamer om doodgeboren baby’s in de Basisregistratie Personen te laten opnemen.
Joeri zet haar persoonlijke zoektocht voort door informatie op te vragen bij instanties, door gesprekken met personen uit verschillende beroepsgroepen en door wetenschappelijke artikelen te lezen. Zo komt zij meer te weten te komen over het thema van doodgeboorte, het zwijgen in de Nederlandse samenleving hierover, het verdriet van ouders die dit overkomt en ervaringen van andere tweelinghelften.
De loyaliteit die Joeri blijft voelen ten opzichte van haar ouders loopt als een rode draad door het verhaal heen, tegelijkertijd is er het verlangen om haar zusje een plek te geven. Joeri komt tot het besef dat zij en haar ouders het verdriet en de eenzaamheid alleen maar groter hebben gemaakt door elkaar te beschermen; “Niemand lijkt er ooit bij stil te hebben gestaan dat het misschien ook mijn verdriet was”.
De betekenis van de zoektocht voor Joeri en haar familie, wordt mooi en ontroerend beschreven. De lezer die een dergelijke ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt, zal herkenning vinden in het boek. Het is zeker niet alleen geschreven voor ‘halve tweelingen’ maar voor een ieder die met een jong verlies te maken heeft gehad en waar niet over werd gesproken.
Coby Ouwehand