Dood gewoon gaan hemelen – Plint

Als je de gedichtenbundel ‘Dood gewoon gaan hemelen’ in je hand legt weet je het al: dit is een bijzonder boek. De omslag is van een grijsgroene stof en er prijkt een koolmees met gespreide vleugels op de voorkant. Het binnenwerk is ook erg mooi. De bladzijden zijn niet wit, maar in hetzelfde stemmige grijsgroen. De kunstwerken van Tjibbe Hooghiemstra, Arno Kramer en Anke Roderversterken de sfeer.

In dit mooie geheel zijn gedichten opgenomen van 75 dichters. Het zijn gedichten over verlies, rouw en herinneringen. Het is een bonte mengeling van klassiekers van Hans Andreus, Annie M.G. Schmidt en M. Vasalis, maar ook moderner werk, van bijvoorbeeld Henk van Zuiden, Bert Schierbeek en Toon Tellegen.

Eén van de mooiste gedichten vind ik ‘Ik dicht je bij me’, van Iris Le Rütte. Het gaat zo:

 

Ik dicht je bij me

 

zoals je liep en zitten ging

zoals je keek en met

je lichaam sprak

lippen, wangen, vlinders

 

dansen om je handen,

uit je armen groeit een

vogelboom  hoog en hoger,

boven het landschap

 

vliegen merels voor het eerst

zingend uit je ogen, reiken

tot een vergezicht van

waterglas dat bijna breekt

 

je nooit, nooit meer

zien, dat is misschien

het minst eindig, want

ik dicht me bij je,

ver van jou

 

En dat is precies wat veel dichters in de bundel teweeg brengen. Als je hun gedichten leest ben je even bij je overleden geliefde.

 

Jacoba de Vries

Vrijwilliger Stichting TrösT