Het gebeurt. Dat weten we allemaal: ogenschijnlijk gezonde jonge kinderen die na een vreselijk vonnis binnen afzienbare tijd overlijden.
Rouwen, door kunnen, je leven weer zin geven: verdraaid moeilijke taken die op ouders liggen te wachten.
Nynke Sietsma, moeder en journalist, heeft haar overlevingstocht vormgegeven in een boek, genaamd B. Ze verlies haar zoon Berend als hij 4 jaar is. Snel na zijn dood duikt ze in een berg oude notitieboekjes, op zoek naar aanknopingspunten, naar woorden die haar van Berends bestaan kunnen overtuigen. Ze zullen haar aanzetten om over en aan Berend te schrijven. Zijn ziekte, het verdriet, de herinneringen, de onmacht en wanhoop.
Een prachtig, verstild boek waarin je het diepe verdriet tussen de regels doorleest. Zonder uithalen, zonder woorden met grote lading: juist in het beschrijven van het alledaagse blijkt de overdosis verdriet en het gemis wat daarbij hoort. En soms een stomp in je maag, juist omdát het zo pakkend en helder geformuleerd staat.
Er komen mensen op haar pad aan wie ze zich laaft, bij wie ze op een andere manier naar verlies leert te kijken.
“Misschien is Berend nu waar wij waren toen we er nog niet waren”.
De woorden van H, Sietsma’s jonge dochter, tussen de hoofdstukken door geven het boek ook lucht. En een kleine glimlach. “ Ik wil geen nieuw broertje, dan gaat hij dood. Ik heb liever een hond”.
Het boek geeft een ontroerend inkijkje in het dagelijks leven van de rouwende ouder. Want ook voor hen gaat het leven door, alleen wel met een gapend gat in hun hart.
Ellen van Harten
Vrijwilliger bij TrösT